Heesters

Met de woorden heesters en struiken wordt tegenwoordig precies hetzelfde bedoeld: een groep planten met verhoutende takken die vaak al dicht bij de grond of vanuit de grond vertakken. Of ze ’s winters groen blijven of hun blad verliezen maakt niet uit. Als ze een duidelijke stam hebben, noemen we het geen heesters of struiken, maar bomen.

Heesters zijn dus struiken
Onder een heester of struik verstaan we een verhoutende plant die in of dicht bij de grond vertakt. Anders dan een boom vormen ze in het algemeen geen duidelijke stam, maar komen de meeste soorten met een aantal takken uit de grond, die dan ook grondtakken worden genoemd. Een heel kort stammetje kan ook. Voorwaarde is wel dat de plant in zijn eventuele stam en takken houtweefsel vormt, hoewel dat niet tot in het hart hoeft te zijn.

Er zijn ook heesters met merg in hun takken. Het criterium is niet de maat. Er zijn heel kleine heesters en soorten die heel hoog worden, maar de meeste worden niet hoger dan zo’n drie tot vier meter.

Het planten van sierheesters

Verschil tussen bomen en heesters
Het verschil tussen bomen en heesters is niet helemaal strak afgebakend. Er zijn allerlei tussenvormen, zoals de fluweelboom (Rhus typhina) die in feite een grote struik vormt en soorten die duidelijke stam vormen, maar soms laag bij de grond vertakken.

Halfheesters
Dat zijn heesters die uit een ander klimaat dan het onze stammen en waarvan de jonge scheuten pas het jaar erop verhouten en dus eerst vorstgevoelig zijn. Ze worden ook in ons klimaat wel in tuinen toegepast en kunnen dan tijdens de winter flink invriezen. Voorbeelden zijn lavendel en Ceanothus.

Heesters in soorten
De meest grove verdeling is die naar hun meest opvallende kenmerk, namelijk heesters die in de herfst hun blad laten vallen en dus ’s winters kaal zijn en groenblijvende of bladhoudende heesters. Een heel andere indeling is die naar groeiwijze, groeiplaats en toepassing. Heesters zijn buitengewoon veelzijdig toepasbaar.

Heesters in borders of tuinen combineren
Gebruik één groenblijvende soort op drie bladverliezende exemplaren. Dat is in de praktijk de beste verhouding gebleken. Uiteraard wordt een haag hierbij niet meegerekend. Heesters vormen samen met bomen (inclusief coniferen) het blijvende ‘geraamte’ van een tuin, waar andere planten omheen worden gegroepeerd. Juist die combinatie maakt een tuin interessant en levendig.

Vaste planten komen het meest tot hun recht voor een rustige, groene achtergrond. Let ook goed op de hoogte en omvang die de struiken kunnen bereiken om naderhand geen snoeiproblemen te krijgen. Let bovendien op de sierwaarde van de planten als ze niet bloeien of kaal zijn. Probeer planten met zo veel mogelijk goede eigenschappen te combineren, zeker als u er maar weinig een plek kunt geven.

Eisen voor heesters
De eisen die heesters stellen, worden meestal duidelijk op de etiketten aangegeven. Er zijn soorten die absoluut in de volle zon moeten staan en andere die meer van schaduw houden. Ook de grondsoort is belangrijk. Soorten als Rhododendron, Erica en Calluna houden van zure grond (pH lager dan 7), terwijl sering en ook bijvoorbeeld Buxus van wat kalkrijke grond houden (pH hoger dan 7).

Ook de vochtigheidsgraad van de grond is van belang. De meeste soorten zijn geschikt voor normale tuingrond die normaal vochtig is. Alleen als er duidelijke afwijkingen zijn, moet dit bij de planten zijn aangegeven.

Winterbescherming
Er zijn ook heesters die niet tegen onze winters kunnen. Noodgedwongen moet u die soorten in potten en bakken houden en ze vorstvrij en op een lichte plek laten overwinteren. Dit zijn de kuipplanten die ook wel serreplanten genoemd worden omdat ze in een lichte serre prima overleven.

Sommige soorten verdragen wel wat vorst en een zachte winter kunnen ze ook buiten (zelfs in de volle grond) wel overleven. Dat zijn soorten zoals keukenlaurier, vingerplant (Fatsia) en dergelijke. Dit zijn planten die weinig suikers in hun sappen opslaan en daardoor gemakkelijk bevriezen. Tijdens strenge vorst moeten ze wel worden beschermd.

De meeste heesters of struiken worden niet hoger dan 3 à 4 m. Er zijn honderden soorten en duizenden prachtige kweekvormen van heesters voor de tuin. Heesters vormen samen met bomen de blijvende basis van een rijke, groene tuin. Hier willen we enkele schitterende voorjaarsbloeiende soorten noemen. In april bloeien onder andere: De prachtige krentenboompjes (Amelanchier), de judasboom (Cercis), dwergkweeën (Chaenomeles), schijnhazelaars (Corylopsis), het peperboompje (Daphne), Forsythia, winterjasmijn (Jasminum nudiflorum), magnolia’s, Mahonia, (sier)appel (Malus), Pieris, sierkersen (Prunus), vroege Rhododendron, Ribes, wilgen (Salix), vlier (Sambucus), Skimmia, Spiraea, sneeuwballen (Viburnum), maagdenpalm (Vinca) en blauweregen (Wisteria).Speciale aandacht voor:

De brem (Cytisus). De vroegst bloeiende brem (april-mei) is de bladverliezende Cytisus × praecox, een kruising tussen twee wilde bremsoorten uit het Middellandse-Zeegebied. Een winterharde plant uit subtropische voorouders, die bloeit met roomkleurige, later gele bloemen die enorm sterk geuren. Heerlijk kruidig; een echte zonvakantiegeur! Daarnaast zijn er tientallen cultivars van de bezembrem (C. scoparius) met een weelde aan gele, bruine, oranje, rode en witte bloemen. Prachtplanten voor zon en humusrijke grond.

Seringen (Syringa) kent iedereen, al was het alleen maar van de verrukkelijke bloemengeur van deze bladverliezende heesters. Ze bloeien tussen midden mei en half juni met grote trossen paarse, lila, roze, rode, witte enz. bloemen. Snoei na de bloei zorgt dat de bloemen ieder jaar op neushoogte blijven komen (anders worden de struiken 5 m hoog). Ook deze struiken houden van zon en humusrijke, goed doorlatende grond.
Weigelia (wetenschappelijke naam Weigela, zonder ‘i’). Sierlijke, niet-wintergroene struiken (2,5 m hoog) met overhangende takken die vanaf mei wekenlang bloeien met een overdaad aan roze, witte of rode, trompetvormige bloemen. Er zijn tientallen prachtige soorten en cultivars om uit te kiezen. Weigela praecox (bloeit roze met gele vlekken) geurt het sterkst. Voor zon en voedzame grond. 
Al deze soorten combineren heel goed met andere heesters en met elkaar.

TIP
Alle genoemde soorten worden in pot of container gekweekt. Die kunt u het hele jaar door (dus ook nu) prima planten. Maak het plantgat wat groter dan de kluit. Verbeter de grond in het gat met compost. Maak de buitenste wortels van de kluit iets los. Plant even diep als de struik in z’n pot stond. De grond in het gat bijvullen en goed rond de wortels aandrukken. Royaal water geven.

Waar de woorden heester, struik en boom vandaan komen
Deze namen stammen alledrie uit het Germaans. In boom (bôm, baum) zit het woord voor ‘balk’ (Engels: beam). Van een boom kun je immers een balk maken. Heester komt van ‘heister’ wat jong boompje betekende (dat woord zei eeuwen geleden dus nog niets over de vertakking) en met struik werd in de middeleeuwen juist een afgebroken of geknotte tak of hakhout bedoeld (struic, strûk, strauch). Om door ‘struikgewas’ heen te komen, moest je takken afbreken en met takken werd van alles gemaakt en gebouwd.