Peren

Peren
Peren zijn alleen als cultuurplanten bekend. Ze zijn nauw verwant aan appels, maar peren hebben meer warmte nodig en ze wortelen dieper dan appelbomen. Daarom is goed gedraineerde, diep losse grond voorwaarde voor de teelt van peren.

Beurtjaren
Peren kunnen heel goed worden geleid. Sommige peren kennen het verschijnsel ‘beurtjaren’: het ene jaar geven ze veel meer opbrengst dan andere jaren. Dat geldt vooral voor oudere peren zoals de ‘Juttepeer’.

Peersoorten
Er zijn hand- en stoofperen. ‘Supertrévoux’ is een vroege handpeer (oogst in augustus), groot en sappig met een rode blos. ‘Beurré Hardy’ is in september oogstbaar, roestbruin, groot, heel smakelijk en beperkt houdbaar. ‘Bonne Louise d’Avranches’ is eind september plukrijp, vrij klein, sappig, groen met een rode blos, en ook enige tijd bewaarbaar.

Echte bewaarrassen zijn ‘Conference’ (slanke bruingroene vruchten; een goede zelfbestuiver) en ‘Doyenné du Comice’ (geelbruin, lekker sappig). Goede stoofperen zijn ‘Gieser Wildeman’ en ‘Saint Rémy’ (beide roodkokend). Oogst deze peren in oktober. De meeste peren bloeien in april-mei.

Peren als bestuivers
Ook peren vormen het beste vruchten als verschillende rassen elkaar kunnen bestuiven, maar ook door zelfbestuiving worden vruchten gevormd. Dat is echter nooit zeker dus vraag bij aankoop altijd deskundig advies. 

Kweeperen 
De vruchten van deze fruitboom (Cydonia oblonga) - die vaak als leiboom wordt toegepast - zijn groot, appel- of peervormig en vrij hard. Hun citroengeur is heerlijk. Ze zijn niet vers te eten, maar wel lekker in jams en dergelijke. Pluk ze in oktober. De bloei valt in mei-juni. Deze sterke soort vraagt jaarlijks eenvoudige snoei. Goede rassen zijn Cydonia oblonga ‘Champion’, ‘Vranja’ en ‘Bereckzi’.

Bron: Tuinplant.nl en PPH